Associated
Jump to navigation
Jump to search
English[edit | edit source]
- associated
Dutch[edit | edit source]
- betrokken
- bijbehorend(e), daarbij behorende, erbij behorende
- verwant
- aanverwant(e)
- verbonden (risks associated with hedging = risico’s verbonden aan hedging)
- samenhangend(e)
- in verband staand(e)
- geassocieerd(e)
- gelieerd
- gerelateerd(e)
- verwant(e)